De browser die u gebruikt is te oud. Upgrade uw browser of download een andere browser als Google Chrome of Firefox.

Veiligheid aan boord van de Color Line schepen

Veiligheid aan boord

Voor uw eigen veiligheid, maar uiteraard ook voor uw comfort aan boord is het belangrijk dat u vertrouwd raakt met een aantal procedures op ons schip.

Wij heten u van harte welkom aan boord en wensen u een aangename reis toe. Voor uw eigen veiligheid, maar uiteraard ook voor uw comfort aan boord is het belangrijk dat u vertrouwd raakt met een aantal procedures op ons schip. Daarom verzoeken wij u deze informatie over het veiligheidssysteem aan boord aandachtig te lezen.

Om veiligheidsredenen voeren wij regelmatig controles uit op voertuigen, bagage en personen e.d. Passagiers worden geacht een identiteitsbewijs bij zich te dragen. Een weigering om deze richtlijnen na te komen kan leiden tot uitsluiting van de reis zonder recht op terugbetaling van reiskosten.

Gascontainers en LPG aangedreven voertuigen:

De hoofdgastoevoer voor caravans, campers en soortgelijke voertuigen moet vóór het inschepen en tijdens de overtocht worden afgesloten of uitgeschakeld. De toegang tot gascontainers moet, indien mogelijk, worden ontgrendeld, zodat containers in geval van brand kunnen worden verwijderd. Color Line controleert voor inscheping of de gastoevoer is afgesloten of uitgeschakeld. Het briefje ter bevestiging plaatst u achter de voorruit.

Het is niet toegestaan om ​​losse jerrycans met brandstof in voertuigen te vervoeren. Als dergelijk vervoer nodig is dient contact te worden opgenomen met Color Line Cargo.

Voor voertuigen die op LPG, waterstof of biogas rijden gelden dezelfde procedures en voorwaarden als voor andere personenvoertuigen.

Propaan- en butaangas voor privégebruik (bijvoorbeeld kampeerdoeleinden) mag mee in flessen van maximaal 2,5 kg (exclusief het gewicht van de gasfles). Voor grotere volumes dient contact opgenomen te worden met Color Line Cargo.

Zuurstof
Het is toegestaan om voor individueel medisch gebruik zuurstofflessen tot max. 200 bar aan boord te brengen. De ventielen moeten gesloten zijn, als de fles niet wordt gebruikt. Tevens moet de fles zodanig worden vervoerd dat deze niet kan omvallen. Het aantal flessen dient te worden beperkt tot een minimum. Flessen die niet in gebruik zijn, moeten van een beschermkap over het ventiel zijn voorzien. Roken en open vuur in de buurt van deze flessen is verboden. Passagiers die zuurstof behoeven dienen voor hun eigen voorziening te zorgen, aangezien aan boord maar een beperkte verzorging mogelijk is. Wij verzoeken u contact op te nemen met ons Service Center voor meer informatie.

Bakjes voor injectienaalden
Passagiers die om medische redenen injectiespuiten behoeven bijv. vanwege insuline, stellen wij graag de daarvoor bestemde afvalbakjes ter beschikking. Neemt u hiervoor contact op met de receptie aan boord. Wij danken u voor uw begrip.

Wapens
Passagiers die wapens bij zich hebben, dienen vooraf contact opnemen met het CL Service Center voor registratie en toestemming.

Elektrische apparatuur
Het is niet toegestaan om elektrische apparatuur zoals waterkokers of strijkbouten aan boord te gebruiken. Dit geldt niet voor de standaardapparatuur.


Kinderwagens en rolstoelen
Kinderwagens en rolstoelen mogen in geen geval op de gangen worden geplaatst, aangezien daarmee de vluchtroutes worden geblokkeerd.

 

Dronevlucht aan boord
Om veiligheids- en privacyredenen is het gebruik van drones niet toegestaan op de schepen van Color Line. Dit geldt ook voor drones die als speelgoed worden beschouwd.

Let op dat er op het land ook strikte beperkingen gelden voor het vliegen met drones.


Veiligheid aan boord
Wij verzoeken u het volgende te doen:

1. Leest u het ALARM INSTRUCTION / ESCAPE PLAN, dat in elke cabine hangt, zorgvuldig door.

2. Stel uzelf op de hoogte van de vluchtrouteborden op de gangen en in de trappenhuizen in geval van een noodsituatie. Dit geldt ook voor de aangewezen verzamelplaatsen.

3. Let op de MAIN ESCAPE ROUTES en de ALTERNATIVE ESCAPE ROUTES, en volg deze zodat u op de hoogte bent in het geval van een noodsituatie.

4. Wij verzoeken u op de veiligheidsborden / -aanwijzingen te letten die overal aan boord te vinden zijn en deze grondig te lezen.
De procedures:

Alarmsignaal
In noodsituaties gaat er een luid alarmsignaal af. Dit alarmsignaal is overal op het hele schip duidelijk hoorbaar.

Alarmsignaal *******________ 7 korte en 1 lange toon betekent: ga onmiddellijk naar het dichtstbijzijnde verzamelpunt. Luister goed naar de informatie die via luidsprekers wordt verspreid en volg de instructies van het personeel op!

Alarm Instruction / Escape Route Plan
Dit plan is in elke cabine aanwezig. Voor uw eigen veiligheid raden wij u aan deze instructies direct na binnenkomst te lezen. Hierin staat aangegeven, hoe u zich in een noodsituatie dient te gedragen. Bovendien staan op het Escape Route Plan de vluchtroutes vermeld vanaf uw cabine tot aan de verzamelpunten/reddingsstations.

Autodek
Het is verboden om tijdens de overtocht het autodek te betreden. Alle deuren worden afgesloten. Het autodek wordt vanaf de brug en vanuit de controleruimte continu met camera’s bewaakt.

Brandzones
Het schip is onderverdeeld in verschillende brandzones ter begrenzing van een eventuele brand. De openingen in de tussenschotten tussen de afzonderlijke brandzones zijn voorzien van brandwerende deuren. Om praktische redenen staan deze deuren normaal open. Zij kunnen op afstand vanaf de brug of met de hand worden gesloten door de schakelaar naast de deur met daarop het kenmerk ´Fire door release´ in te drukken. Het personeel sluit deze deuren in geval van nood. Sommige deuren zijn gewone klapdeuren, andere schuifdeuren. Alle brandwerende deuren kunnen handmatig worden geopend om door te kunnen lopen, waarna deze deur zich automatisch sluit. Hoe de deuren geopend worden, staat op of naast de desbetreffende deur vermeld. Het autodek is als een aparte brandzone gescheiden van de rest van het schip.

Waterdichte schotten
Het schip is beneden het hoofd autodek in een aantal afzonderlijke waterdichte compartimenten ingedeeld, om in geval van schade door een aanvaring of het raken van rotsen te voorkomen dat het schip slagzij maakt of zou zinken. Deze waterdichte compartimenten fungeren tegelijk als brandveilige zones. De afdelingen worden door waterdichte deuren in de schotten verbonden. De meeste deuren bevinden zich op plaatsen die uitsluitend toegankelijk zijn voor het personeel. Deze deuren kunnen vanaf meerdere punten aan boord worden bediend, maar ze kunnen ook afzonderlijk worden geopend. Zodra een van deze deuren geopend c.q. gesloten wordt, klinkt een luid alarm voor iedereen die zich in de buurt van deze deuren zou bevinden.

Stabiliteit
Het autodek is onderverdeeld in waterdichte compartimenten om in geval van averij kapseizen te voorkomen. Alle schepen beschikken of over verrijdbare wanden om het autodek te kunnen onderverdelen en die tijdens de overtocht gesloten blijven of over waterdichte compartimenten aan beide kanten van het autodek. Sommige schepen beschikken over allebei.

Preventieve brandveiligheidsregels
Open vuur en het branden van kaarsen zijn niet toegestaan.

Brandwerend materiaal
Alle vaste materialen van het schip (muur- en plafondbekleding, deuren, trappen etc.) zijn niet brandbaar. Alle losse materialen (vloerkleden, gordijnen, matrassen etc.) zijn gemaakt van brandwerend materiaal.

Brandalarmschakelaar
Er zijn brandalarmschakelaars aangebracht op strategische plekken in alle delen van het schip. Vermoedt u brand, druk dan de dichtstbijzijnde brandalarmschakelaar in of waarschuw het personeel. De brandalarmschakelaars bevinden zich in kleine rode kastjes met het opschrift BRANN / FIRE.

Rookmelders
Het schip is voorzien van een modern automatisch brandmeldsysteem. Er bevinden zich automatische rookmelders in alle ruimtes op het hele schip, inclusief de cabines, de gangen, de openbare ruimtes, de opslagruimtes, de was- en voorraadruimtes, het autodek en de machineruimte. Deze worden vanaf de brug en de machinekamer gevolgd. De rookmelders reageren al op zeer geringe hoeveelheden rook en op het alarmpaneel wordt de exacte positie van de rookoorzaak aangegeven.

Brandweereenheid
Een aantal van onze personeelsleden is opgeleid tot brandbestrijder. Zij vormen verschillende brandweereenheden die bijzondere taken en plichten waarnemen in geval van brand. Elk lid van het team is op de hoogte van het gebruik van luchtwegbeschermingsapparatuur (rookduikers), zodat ze ook hun taken bij dichte rook kunnen verrichten.

Brandbestrijdingsuitrusting
Op alle autodekken zijn sprinklerinstallaties aanwezig, die verbonden zijn met een aparte waterpomp. De machinekamer en het gebied rondom de kombuis zijn verbonden met kooldioxide- of halonuitstootsystemen.

Brand- / veiligheidsteam 
Op het hele schip patrouilleert continu een brand-/veiligheidsteam. Zij staan in voortdurende verbinding met de brug. De controles door de teamleden worden met de computer geregistreerd en gecontroleerd.
 
Camerabewaking
Het autodek, de machinekamer en andere technische ruimtes, evenals de waterdichte deuren (in de boeg) worden met camera´s bewaakt.

Brandoefening
De officieren en de crew zijn getraind in de bestrijding van verschillende soorten vuur aan boord. Er vinden regelmatig brandoefeningen plaats. Onderdeel van deze oefening is de omgang met passagiers in geval van evacuatie en het begeleiden tot de afzonderlijke verzamelpunten.

Brandstations
Aan boord zijn minstens vijf volledig ingerichte brandstations. Deze beschikken over de noodzakelijke apparatuur voor bestrijding van brand zoals beschermingsapparatuur voor de luchtwegen en communicatiemiddelen.

Inspectie 
In geval van nood doorzoeken speciaal daartoe aangewezen bemanningsleden het hele schip om er zeker van te zijn, dat iedereen uit de gevarenzone (bijvoorbeeld de cabines, shops, openbare ruimtes) is geëvacueerd.

Rook
In geval de brand dichte rook veroorzaakt, houdt u een natte (hand)doek over mond en neus. Wij adviseren u laag door de gangen te kruipen, omdat de rook aan de grond minder dicht is.

Verzamelpunten
Verzamelpunten zijn plaatsen waar passagiers zich in geval van nood dienen te verzamelen, nadat hiervoor aanwijzingen werden gegeven. Deze punten bevinden zich op het bovenste dek in de buurt van de reddingsstations. Als het alarmsignaal afgaat (7 korte en een lange toon) of als de bemanning aanwijzingen geeft, dient u onmiddellijk naar het dichtstbijzijnde verzamelpunt te gaan. Het personeel zal u ter plekke informeren en nadere instructies geven.

Nooduitgangen
De nooduitgangen zijn herkenbaar aan het opschrift ´EMERGENCY EXIT´ en voeren naar de reddingsstations. Wij verzoeken u steeds de borden met EMERGENCY EXIT in het oog of in de gaten te houden, ongeacht waar u zich aan boord bevindt.

Zwemvesten
De zwemvesten bevinden zich in boxen en kasten met het opschrift ´LIFEJACKETS´ naast of dicht bij de reddingsstations. Als u wordt gevraagd om deze aan te trekken zal het personeel u daarbij behulpzaam zijn. Er zijn eveneens kindervesten beschikbaar. Deze worden door het personeel verstrekt.

Reddingsstations
De crew zal in geval van een noodsituatie de passagiers naar de reddingsstations begeleiden. Daar bevinden zich de reddingsboten, de zwemvesten en ander reddingsmateriaal zoals vlotten. De verantwoordelijke officier zal de situatie rondom de reddingsstations coördineren. Het is niet toegestaan reddingsboten of – vlotten of andere reddingsuitrusting / -materiaal te betreden of te gebruiken tot de uitdrukkelijke instructie tot neerlaten van de reddingseenheden en/of het verlaten van het schip wordt gegeven.

Reddingsboten / -vlotten
De reddingsboten en – vlotten bevinden zich op het ´bootsdek´ (het evacuatiedek). De capaciteit van de totale reddingsvloot is 25% hoger dan het totaal aantal toegestane passagiers.

Onderhoud en inspectie
Alle voorwerpen voor brandwering, veiligheid en redding worden regelmatig met behulp van een computerondersteund onderhoudsprogramma gecontroleerd. Bovendien test en controleert de Noorse Scheepsinspectie deze uitrusting eens per jaar. Elk kwartaal geeft deze organisatie scholing met afsluitende examens op dit terrein voor zowel de officieren als de crew.

Reddingsoefeningen
Alle officieren en crew dienen wekelijks deel te nemen aan reddingsoefeningen. Zij worden getraind en geschoold op het gebied van brandbestrijding, schadebeheersing, evacuatie, communicatie, mensenredding en het gebruik van de veiligheidsuitrusting. Eens per maand vindt een bijzondere reddingsoefening plaats, waarbij de veiligheidsuitrusting wordt getest. Hierbij worden ook alle reddingsboten te water gelaten. Het brandbestrijdingsteam en de rookduikers worden aan land onder realistische omstandigheden op het oefenterrein van de brandweer getraind. Daarnaast beschikken de officieren en het merendeel van de crewleden over een EHBO-diploma.

Milieu
CL volgt haar eigen milieurichtlijnen. Deze vereisen dat het bedrijf alle middelen inzet om zo min mogelijk milieuvervuiling te veroorzaken. Zo gebruiken wij bijvoorbeeld diesel met een laag zwavelgehalte. Wij sorteren afval en dit wordt aan land gerecycled. Wij verzoeken onze passagiers daarom dringend geen afval over boord te gooien, maar in de beschikbare afvalemmers te werpen, zodat ook dit afval aan land kan worden gerecycled.

Rookverbod
Aan boord van onze schepen heerst een totaal rookverbod. Roken is alleen toegestaan op speciaal daartoe aangewezen plaatsen. In de cabines en restaurants is roken ten strengste verboden. (zelfs E-sigaret)

Rookzones
Op speciaal daartoe aangewezen plaatsen is roken toegestaan. Voor meer informatie hierover kunt u terecht bij de receptie van het schip.

Liften
In geval van nood worden alle liften buiten gebruik gesteld. Wij verzoeken u in plaats daarvan de trappen te gebruiken. Passagiers met een rolstoel of met een handicap worden door het personeel geholpen.

Vandalisme
Elke moedwillige vernieling van veiligheidsuitrustingen is een overtreding van de wet. Wij zullen in dat geval altijd aangifte doen bij de politie en een schadevergoeding eisen.

Starthulp spray/ Booster
Het gebruik van starthulp spray of booster voor het starten van autos aan boord is niet toegestaan.